De gemeentelijke “zandcommissie” was op dinsdag 22 oktober inderdaad, zoals gehoopt, vertegenwoordigd. Het gesprek met oppositie-gemeenteraadsleden Mia en Toon en meerderheidslid Mathieu nam het grootste deel van de bijeenkomst in beslag.
Wat we hieruit onthouden:
- de commissie is nog maar twee keer samengekomen, nl. met een startvergadering in maart en een mager bezocht terreinbezoek aan PRB in september;
- de Kauliller stem in de zandcommissie is zwaar in de minderheid, met maar 1 (één) vertegenwoordiger, nl. Mia;
- voor de oppositie, met Toon als meest uitgesproken stem, is een verdere zandwinning in de zone Winters (Achterste Hostie) onbespreekbaar. Voor de ex-PRB-terreinen wordt zandwinning wel gezien als mogelijke hefboom voor een sanering en herbestemming die ook Kaulille ten goede kan komen, mits verstandig aangepakt;
- de timing blijft even onduidelijk als verontrustend. In een eerste scenario zou de gemeenteraad al in februari 2020 de plannen groen licht kunnen geven, met een openbaar onderzoek in het voorjaar. Dit lijkt nog moeilijk haalbaar, maar we weten het niet zeker.
- ander heikel punt: wat met inspraak en participatie? Burgemeester en schepenen waren verontschuldigd voor de bijeenkomst, maar bevoegd schepen Cardinaels bezorgde vooraf deze update over het aangestelde studiebureau, Geosted: “Wat betreft communicatie: Geosted heeft een communicatie-bureau in onderaanneming geselecteerd, dat begin november zijn strategie gaat voorstellen. Die strategie berust o.a. op het verspreiden van simpele, begrijpbare boodschappen.” Wie zich gerustgesteld voelt door deze aankondiging mag zich altijd melden.
- in dezelfde sfeer: aan de aanwezige leden van de zandcommissie is formeel het aanbod gedaan om vanuit planprbeter vzw betrokken te worden bij verder overleg. We wachten af.
- het kappen en elders compenseren van tientallen hectaren waardevol oud bos is en blijft een belangrijke hinderpaal voor de grootschalige zandwinningsplannen. Die boscompensatie moet ergens gebeuren, en dat “ergens” is allicht een akker. De beekvalleien in Lozen, Veldhoven en Kreyel zijn op het gewestplan al 40 jaar bestemd als natuurgebied, maar op het terrein valt daar weinig tot niks van te merken. Door de steeds strengere regels rond mest en (grond)waterkwaliteit is het voor stoppende agrariërs zonder opvolger moeilijk deze akkers te gelde te maken. Tenzij ze, natuurlijk, tegen het juiste bedrag ter beschikking gesteld kunnen worden van een kapitaalkrachtige ontbosser die oude PRB-eiken enkele kilometer verder wil ‘compenseren’ met jonge aanplant voor de “volgende generaties”. Even leek het erop dat ten noorden van de Zuid-Willemsvaart stilaan gepleit wordt voor zoveel mogelijk ontbossing en ontzanding – mits de op Kauliller kap gewonnen zandcenten maar aan de juiste kant van het kanaal landen, bij wijze van boscompensatie-pensioenplan. Een verhelderend telefoongesprek later deze week leerde dat dit niet het geval is, en dat we – tot nader order – op dezelfde lijn: bij voorkeur geen of zo weinig bos dat moet sneuvelen, maar als uit hele oefening naar voor komt dat toch ergens een compensatie moet gebeuren – dan liefst in de buurt van waar het bos voor de bijl gaat.