Plan vernietigd, toch vergunning? Het gele Winters-raadsel ontrafeld.

Het nieuws van de vernietigde zandplannen was nog maar net ingedaald, of de hele zandsaga leek weer een nieuwe wending te krijgen: een bord met een geel formulier langs de Kettingbrugweg, met de aankondiging van een openbaar onderzoek over een vergunningsaanvraag voor het Koowt van Winters.


De Hamonter zanddynastie kon of wou niet meer wachten op nieuws van de Raad van State, en diende in het voorjaar al een eerste keer een vergunningsaanvraag in bij de Provincie Limburg.

Niet voor het eigenlijke plan – oud bos wegbaggeren voor opnieuw een diepe put – maar wel voor een aanzet tot opkuis van de bestaande waterwoestijn. Met de vergunning, af te leveren door de provincie, zou het bedrijf van aan de noordkant van de bestaande waterbak in eerste instantie een dijk willen maken in hun diepblauwe krater, zodat één groot Koowt in twee gedeeld zou worden. In stap twee zou dan de oostelijke helft, dus richting kanaal, verondiept worden tot 5 meter of minder, zodat daar enige natuur die naam waardig zou kunnen ontstaan. Stap drie – het deels opvullen van de westelijke helft – was bedoeld om de bovenste laag van hun eerste zandplan-uitbreiding te kunnen dumpen. Voor de kenners: het gaat om meer dan tien hectare oude Corsikaanse dennen richting Lillerbaan.

Aan de prijzenswaardige doelstelling van de vergunning – eindelijk werk maken van de afwerking van het Koowt – zitten evenwel een aantal problematische en/of ranzige randjes.

Zoals: een harde timing, daar doen ze in Hamont niet aan – ook niet in een vergunning. Lees: het zou mij (55, intussen) verbazen als ik de beoogde afwerking nog zal meemaken, zelfs al zou ik bij leven en welzijn de kaap van de 80 levensjaren ronden.

Maar vooral: de vergunning is, naar we vernemen, wel degelijk aangevraagd vanuit de veronderstelling dat die stouterds van de Raad van State geen stokken in de zandplannen zouden steken.

In die zandplannen zat voor het “Groot Fabriek”, dus de PRB-terreinen gelegen tegen de Kettingbrug, ook de optie om aan het kanaal een laad- en loskade te organiseren voor het afvoeren van de zand van de Poeier, en het aanvoeren van aanvulgrond via het kanaal. En met die loskade-to-be als lekstok voor de vergunningverlenende provincie, proberen de kamion-ontginners van Winters nu aan te tonen dat ze “maximaal” aanvulgrond langs het kanaal zullen aanvoeren, tussen de 30 en 40 kamions per dag.

Alleen: de zandplannen zijn in zijn geheel vernietigd door de Raad van State, dus ook de mogelijke toekomstige loskade aan het Groot Fabriek is van tafel. De kamions met aanvulgrond (tegen betaling in ontvangst te nemen door de zanddynastie) zullen dus een langere rit langs een andere route moeten volgen.

Denderend door Kaulille-Centrum, inderdaad. En daar kan uiteraard geen sprake van zijn.

Maar goed, de eerste vergunningsaanvraag is blijkbaar teruggestuurd door de provincie. Toen de aanvraag goed en wel compleet was, begin juli, en op 5 juli de provinciale ambtelijke molens klaar waren om aan de gemeente Bocholt te vragen om een openbaar onderzoek te organiseren, was de dag ervoor – op maandagavond 4 juli – de Raad van State met het verrassende nieuws gekomen dat de zandplannen van Kaulindus én Winters begraven zijn.

Het leven kan hard zijn.

Bezwaren indienen via het Omgevingsloket kan nog tot en met 13 augustus. Zeker doen!

Op maandagavond 14 augustus zullen de sympathisanten in de Parochiezaal uiteraard ook over deze ontwikkeling verder bijgepraat worden.