Zoals ze over de kleine en grote plas plegen te zeggen: “Put your money where your heart is!” In mijn geval ligt bos me al van jongsafaan nauw aan het hart. Na de Bocholter kant van de Balkerbeek en de rand van Lozen is nu eindelijk Kauliller bos aan de beurt. Sinds vandaag, 4 augustus, mag ik me eigenaar noemen van ruim 2 hectare oud dennenbos met al de nodige eik, lijsterbes, spork, berk, hulst, bosbes en kamperfoelie in de ondergroei.
Plan, mits uiteraard goedkeuring door het Agentschap Natuur en Bos: eerst het komende jaar de aanwezige Amerikanen (eik, vogelkers) eruit halen, daarna een aantal grove dennen richting OSB-platenfabriek sturen, de gevallen gaten opplanten met soorten als linde, hazelaar en boskers om naar een minder zure humuslaag te gaan, en verder de tijd zijn groeizame werk laten doen. Zodat een bos dat in de jaren na de tweede wereldoorlog begon als jonge dennenakker de honderd kan halen als oud, gemengd dennen- en loofbos vol leven.
Klein detail: vanop mijn nieuwe eigendom op ‘t Hostie kan ik de overburen van Winters bijna een hand geven. Maar wat hun zandplannen betreft kan ik uiteraard niet garanderen dat ik een goede buur of zelfs maar een verre vriend zal wezen…
